Persoonlijk weerbaar
Persoonlijk weerbaar 7 - 11 jr.
Persoonlijk weerbaar zijn betekent dat je voor je eigen wensen, grenzen en behoeften kunt opkomen en daarbij rekening houdt met de wensen en grenzen van een ander.
- Voor jezelf opkomen (woord + daad)
- Je mening geven
- Interesse tonen in een ander
- Nee zeggen als iemand je probeert over te halen
- Jezelf op een positieve manier presenteren
- Omgaan met kritiek
- Controle hebben over emoties
- In kunnen leven in een ander
- Goed kunnen luisteren
- Aandacht hebben voor andermans gevoelens
- Conflicten kunnen oplossen
- Betrokken bij de medemens
- Aardig en vriendelijk
Persoonlijke weerbaarheid ontstaat uit 3 vormen van weerbaarheid
1. Sociale weerbaarheid
zie fase 1: Sociale weerbaarheid
2. Mentale weerbaarheid - positief zelfbeeld
- Autonoom worden (o.a. zelfredzaamheid)
- Leermentaliteit behouden vanuit complimenteren vanuit de actie
bv.
Wat een prachtige pass liet je zien'
i.p.v.
Wat een goede voetballer ben jij zeg'.
Met complimenteren naar de actie behoud het het kind zijn aangeboren leermentaliteit.
- Herken en draag vaardigheden aan (mentaal en fysiek) en leer deze te gebruiken.
3. Fysieke weerbaarheid - weerbaar naar competentie
- Veel bewegen & sporten is wennen aan leren opofferen (wilskracht).
- Nu leer je jezelf staande te houden vanuit trots en overtuigd zijn van jezelf. Je hebt leren gebruik te maken van je vaardigheden, fysiek voorkomen en het hieruit geputte zelfvertrouwen. Je bedenkt zelf oplossingen en voert deze uit.
- Van hieruit kun je stappen maken naar prestatie en- of een gezond/ fit lichaam.
- Jouw competenties herkennen en gebruiken geven je zelfvertrouwen doordat mensen positief naar je kijken.
De 3 bovenstaande vormen in weerbaarheid zijn de bouwstenen om een positief zelfbeeld te ontvangen. Hiermee kun je mentaal en fysiek doorzetten vanuit een leermentaliteit.
Hanteer hierbij kernwaarden die belangrijk zijn voor kinderen in de ontwikkeling naar persoonlijk weerbaar.
AUTONOMIE
- Zelfstandig leren worden- als kind - niet als vriend(in), ouders zijn nl. een hulpbron! bv. eten - drinken – lopen - spelen en samen met andere kinderen leren spelen.
- Zelfredzaamheid als in leren van dagplanning / ochtend- middag en avondritueel in hygiëne & voeding
- Gezonde levenswijze
- Zelfstandigheid in hygiëne - vervoer (fietsen) + alleen thuis (wennen)
- Herkennen van je vaardigheden + deze leren gebruiken
- Leren plannen van school - sport - hobby (o.a. klokkijken)
- Je zelf presenteren in sociale situaties in o.a. hand geven en je voorstellen bij naam - U aanspreekvorm tegen oudere mensen. Dit is sociaal wensbaar gedrag (ook wel sociale etiquette genoemd en creëert mede een positief zelfbeeld aan de hand van hoe men naar je kijkt).
- Verveling, vervelen helpt comfortabel te worden met stilte en rust. Vervelen bevordert creativiteit, zelfregulering en probleemoplossende vaardigheden. Blij zijn met jezelf en in eenvoudige momenten waardoor uit een raampje kijken bevrediging geeft in plaats van dom naar een scherm te kijken.
SOCIAAL VERBONDEN + VEILIGHEID
- Respect voor anderen - ouderen
- Fouten mogen maken/ herstellen
- Omgang en het kunnen ontwikkelen van een natuurlijke houding (vrijheid + geborgenheid van ouders/ verzorgers incl. sociale + thuis regels). Hiermee reageer je in contact en situaties met anderen
- Omgang met structuur (regels - discipline). Deze discipline ontvang je vanuit loyaliteit van anderen naar jou toe – dan word je niet geforceerd om iets te doen maar volg je het graag op omdat je voelt dat deze om je geeft! Ook bij een teveel aan energie/ impulsen of niveauverschil!
- Vertrouwen geven door los te laten naar competentie/ leeftijd, oefenen met/ zonder hulpbron voor zelfstandigheid
COMPETENTIE
- Praten + leren uiten van gevoel (o.a. boos - verdrietig - blij)
- Omgang met emoties (niet laten ontaarden in agressie/ overmannen door emotie = weerbaarheid)
- Manier van ademen + slikken
- Divers eten (proeven) - drinken + voeding klaarmaken & opruimen
- Buitenspelen (samenwerking hersenen) - en samenspelen (binding met anderen)
- Ontwikkeling in aanleg voor: fietsen, zwemmen, sporten en of bewegen (proprioceptie + flexibiliteit, kracht en snelheid)
- Zelfstandig thuis kunnen blijven of naar school, sport/ hobby of naar de supermarkt kunnen fietsen voor een boodschap.
- Opoffering bijbrengen (vorming karakter/ werkethos/ discipline. Deze discipline ontvang je vanuit loyaliteit van anderen naar jou toe – dan word je niet geforceerd om iets te doen maar volg je het graag op omdat je voelt dat deze om je geeft!
Zonder, heb je niets aan motivatie of leermentaliteit!
LEERMENTALITEIT
Leermentaliteit betekent overtuigd zijn van jezelf + de zelfstandigheid om een doel te stellen waarin je kan ontwikkelen (populair; mindset)
- Onderhouden en creëren van een leermentaliteit (positief zelfbeeld) ontstaat vanuit complimenteren op het proces, acties en vaardigheden. Dit geeft de overtuiging voor leren. Complimenteer niet op het geheel zoals "wat een goede voetballer ben jij...)
- Het stapelen van competentie in vaardigheden geeft een leer – mentaliteit (bewust van en gebruik van deze vaardigheden).
We onderscheiden naast een leermentaliteit ook mentaliteiten die moeilijk tot ontwikkeling komen! Allen staan voor de manier hoe je over jezelf denkt en daaruit vandaan wel/niet kan/wil ontwikkelen.
- Statische mentaliteit – lage weerbaarheid,
- Calimero mentaliteit – laag zelfbeeld door niet herkennen van vaardigheden en mentale emoties waarmee je reageert.
- Ego mentaliteit – herhalend gecomplimenteerd op het geheel - deze is nooit genoeg uitgedaagd geweest waarbij opoffering werd gevraagd – belonen naar een actie die je al beheerst vormt ego, valt deze beloning weg dan is er ook geen motivatie vanuit betekenis of passie voor iets!
- Slachtoffermentaliteit – reactie vanuit stress en veranderingen